Maak kennis met ons team

Joost van Strien

Vanaf mijn studietijd in Groningen en Wageningen heeft de vraag hoe ziet de landbouw er over 20 jaar uit? me gefascineerd. Toen ik in 1992 een pachtbedrijf van 48 hectare in de Noordoostpolder overnam deed ik dat vol idealen. Een gemengd bedrijf was mijn doel. Een gesloten kringloop met eigen voer en stro voor de dieren waar met de mest de gewassen gevoed konden worden.

Maar ik kwam er niet uit. Om de dieren te voeden die ik nodig had om mijn aardappelen en uien te bemesten, was zoveel land voor graan en gras nodig dat er niet genoeg ruimte overbleef voor de akkerbouw. Ik besloot me te focussen op de teelt van groentegewassen en ging samenwerken met een veehouder.

Biologisch dynamisch was de landbouwmethode die het dichtst bij me lag: veel zorg voor de bodem, een extensieve teeltrotatie en een laag mestgebruik. Maar dat mestgebruik ging me dwarszitten. Want wat voor mijn vroegere ideaal, een gemengd bedrijf gold, geldt ook voor de biologische landbouw: het is geen gesloten systeem. Voer en stro worden van ver of uit de gangbare landbouw aangevoerd om dieren te houden.

Als ik me nu de vraag opnieuw stel zie ik een duidelijk beeld: Over 20 jaar hebben we een landbouw met minder productiedieren, veel minder kunstmest en veel meer natuurlijk geproduceerd plantaardig voedsel. Zo kunnen we, zonder nog meer natuur op te offeren voor landbouwgrond de groeiende wereldbevolking blijven voeden. Dit beeld is de grootste drijfveer om over te schakelen op bio-vegan voedselproductie.